Deze website maakt gebruik van zogeheten cookies. Klik op [OK] om deze melding te verbergen. Klik hier om meer informatie te lezen over de gebruikte cookies.
P O L Y T E C H . N U
English

Geloso G.1/1040-A

inleiding
Geloso is de Italiaanse fabrikant van, onder andere, de G.1/1040 versterker. Dit is een mono versterker met twee 12AX7/EXX83 voorversterker buizen, een 12AT7/ECC81 fasedraaier en twee EL34 eindbuizen die in push-pull opstelling zijn geplaatst. De fasedraaier zorgt ervoor dat één van de twee eindbuizen het signaal in tegenfase aagneboden krijgt. Het uitgangsvermogen is ongeveer 40 tot 50 Watt. In de hoogspanningvoorziening is zelfs een smoorspoel opgenomen. Tegenwoordig wordt deze weg bezuinigd door deze ter vervangen door een weerstand en een tweede condensator, maar een smoorspoel is netter in het ontwerp. De smoorspoel zorgt ervoor dat de "audio" in de hoogspanningsleiding niet terugvloeit naar de voedingstransformator.

image

Lange sluitertijd met zaklantaarn geeft dit als resultaat. ;-) Als je dit toch ziet, wil je toch geen suffe transisssssstor versterker.

eigenschappen
merk: Geloso
type: G.1/1040-A
type versterker: mono push-pull
aantal kanalen: 2x microfoon + 2x lijn (schakelbaar)
netspanning: 110, 125, 160, 220 of 240VAC
toonregeling: hoog en laag traploos instelbaar
uitgangsvermogen: 40-50W
ingangsvermogen: 90-170W
voorversterkerbuizen: 2x ECC83/12AX7
buis fasedraaier: 1x ECC81/12AT7
eindbuizen: 2x EL34/6CA7

originele toepassing
De versterker is ooit bedacht voor versterking van publieke ruimtes. Denk hierbij aan een omroepinstallatie van scholen, fabrieken of bijvoorbeeld kerken. De gedachte was dat de gloeispanning altijd aan zou blijven en alleen de hoogspanning geschakeld zou worden als versterking gewenst is. Daardoor blijven de buizen in goede conditie en is de versterker direct te gebruiken omdat er geen opwarmtijd is. Er is een scala aan luidspreker impedanties mogelijk. Dit komt omdat de versterker is ontworpen voor een lijn systeem. Dat wil zeggen dat er twee lange draden met een relatief hoge spanning en lage stroom in een gebouw is gemonteerd en per ruimte een aftakking met een transformator met een luidspreker er direct aan. Mogelijk wel tientallen luidsprekers (met trafo) parallel aan de luidspreker leiding.

het ontwerp
Het ontwerp is vrij elementair. De "modules" van de versterker zijn hieronder beschreven.

image


voeding
De voeding bestaat uit een primaire en secundaire kant en de secundaire kant bestaat uit drie secties. De primaire kant van de voeding bestaat uit een schakelaar, zekering, spanning selectie en primaire wikkeling. Wat op valt is dat er vijf spanningen kunnen worden geselecteerd, maar er zijn maar vier aansluitingen op de transformator. De aansluitingen van 110 en 127VAC zitten op de transformator aan aansluiting 117VAC. In de praktijk zal het niet veel uit maken, maar het is het vermelden waard.
De secundaire kan is het meest interessant. De eerste van de drie secties is de gloeispanning van de twee eind buizen EL34's en de fase draaier ECC81. Met een indicatie lampje zijn deze drie buizen aangesloten op 6,3VAC (5,88V uit meting). Daar het eind deel van de versterker minder gevoelig is voor brom, zijn deze buizen op wisselspanning aangesloten. Dit deel is op papier met 15A afgezekerd en bij mij in de praktijk met 10A.
Het bovenste deel van de voeding is de hoogspanning voeding. Via een bruggelijkrichter wordt er volgens een meting 345VDC geleverd. Via elco's en weerstanden worden de juiste anode spanningen afgetakt naar de buizen en de voedingsspanning naar de eind transformator. Opmerkelijk is dat er geen weerstand over de condensatoren is gemonteerd om deze leeg te laten lopen bij uitschakelen van de spanning... (Een mogelijk modificatie is om een relais in te bouwen voor het in en uitschakelen van de voeding. Bij het uitschakelen kan een contact gebruik worden om een weerstand aan de elco's te koppelen om deze leeg te laten lopen.)`
De middelste sectie is wellicht het meest interessant. Via een bruggelijkrichter wordt de positieve kant aan de massa geschakeld zodat er een negatieve spanning wordt bereikt. Een deel van de gelijkspanning wordt gebruikt om de gloeidraden van de voorversterker buizen te voeden. De rest van de negatieve spanning wordt gebruikt als bias spanning voor de eind buizen. Met een negatieve spanning wordt het werkpunt erg laag gelegd zodat een klasse AB (of B?) versterker wordt bereikt. Bij een spanning van -30VDC geleid de buis vrijwel niet en met een push-pull opstelling wordt een hoog rendement bereikt.

microfoon voorversterker
Voor de microfoonversterker wordt een ECC83 dubbeltriode gebruikt. Dit is een triode met een versterking tot 100x. Deze buis is uitermate geschikt voor versterken van zwakke signalen. Voor elke microfoon ingang is een triode gebruikt.

volume regeling
Om het volume van de microfoons te regelen en van de phono ingangen, zijn er een aantal potmeters aangebracht. Deze signalen worden bij elkaar gebracht om verder te versterken.

lijn versterker
Alle gemengde audio signalen worden met een halve ECC83 dubbeltriode versterkt voor de toonregeling.

toonregeling met buffer versterker
Via potmeters met weerstanden en condensatoren is het mogelijk om de hoge en lage tonen te regelen.

buffer versterker
Om het gedempte signaal van de toonregeling weer te versterken is de andere helft van de ECC83 dubbeltriode gebruikt.

fasedraaier
Om beide EL34 eind buizen te voeden moet één van de twee signalen worden omgedraaid door middel van een fasedraaier. Dit gebeurd met een ECC81. Er is minder versterking nodig dan bij een ECC83 en een ECC81 leent zich hier goed voor. Voor de fase draaier is nog een versterker ingebouwd die gecompenseerd is met het uitgangssignaal. Door een aftakking van de eind trafo te koppelen met de kathode van de ECC81, wordt er demping verkregen. Een uitgangstrafo heeft namelijk niet bij elke frequentie een gelijke doorlaat. Tonen die extra veel worden doorgelaten worden dan ook minder hard versterkt. Het resultaat dat de afwijking in lineairiteit van de eind trafo wordt gecompendeerd. Dus de tegenkoppeing draagt bij aan betere geluidskwaliteit.

eindtrap
De kern van de eindtrap zijn twee EL34 elektronenbuizen in push-pull configuratie. Met andere woorden: de ene buis versterkt het signaal "normaal" en de andere buis versterkt het signaal, maar dan "ondersteboven". Het resultaat is dat het spanningsverschil van beide buizen, het dubbele is dan van één buis. Zo wordt een grote versterking verkregen bij weinig vervorming en het voordeel is dat er een goedkopere eind trafo kan worden toegepast in tegenstelling tot een klasse A versterker met één eindbuis. De kathode is aan de massa verbonden. Dit betekent dat om een goede bias (ruststroom) instelling te verkrijgen er een gelijkspanning op de roosters g1 van de EL34 buizen moet worden gezet. Via weerstanden wordt er een laagspanning op de roosters gezet om de gewenste bias instelling te verkrijgen. Deze instelling is niet geregeld, dus als de netspanning stijgt, zal dat klank veranderen omdat het bias werkpunt van de eindbuis verschuift.

toepassing in de huidige tijd
buizen
De versterker is in nu nog goed te gebruiken. Er zitten buizen in die nog nieuw te verkrijgen zijn en het zijn ook de meest logische buizen om te kiezen. De EL34 eindbuis is robuust en kan veel vermogen voortbrengen. De ECC83/12AX7's zijn nu ook nog de meest gebruikte voorversterkerbuizen.

voedingsspanning
De ingangsspanning is te selecteren voor diverse spanningen. De aansluiting van de uitgangstrafo zorgen ervoor dat impedanties van 1,25 tot 500 Ohm te selecteren zijn met in totaal 17 mogelijkheden. Door de juiste verbinding te kiezen, is de gewenste impedantie te kiezen.

aansluitingen
De aansluitingen van de lijn en microfoon ingang zijn nogal exotisch. Deze zijn niet meer van deze tijd. Het is daarom logisch om de aansluitingen te modificeren naar actuele connectoren. Denk aan een 6,3mm jack plug voor een elektrische gitaar, XLR voor een microfoon of een cinch/tulp aansluiting voor de lijn ingang.

ontwerp
Het ontwerp is erg goed. Het leent zich ideaal om de versterker naar smaak te verbouwen. Mits er voldoende kennis is van zaken, maar dat spreekt voor zich. Vrijwel alle ingrediënten zijn aanwezig om er iets moois van te maken. Toonregeling, type buizen, beschikbare spanningen en dergelijke maakt het prettig om de versterker te vernieuwen naar de huidige tijd.

modificaties
Als je de versterker origineel wilt houden, zou ik deze niet modificeren, maar omwille van veiligheid en praktisch gebruik zou ik deze als museumstuk behandelen en niet inzetten voor praktisch gebruik.

"recap"
Waarschijnlijk zijn de condensatoren toe aan vervanging omdat deze kortsluiting gaan geven of de werking verliezen na lange tijd. Het vervangen van de condensatoren (replacement of capacitors; "recap") is daarmee aan te raden voor probleemloos gebruik voor lange tijd. Als condensatoren uitdrogen verliest het de werking en kan de versterker gaan "brommen". Bij kortsluiting zal één of meer zekeringen kapot gaan.

"retube"
Elektronenbuizen verslijten en dienen eens in de zoveel tijd vervangen te worden. Aangeraden wordt om na lange tijd van opslag de buizen ongeveer één uur alleen op gloeispanning te laten werken zodat het mogelijk aanwezige zuurstof met het "getter" gebonden wordt en daarmee het vacuüm hersteld is. Als de buizen onvoldoende emissie hebben en de buizen "zacht" worden, kunnen deze vervangen worden door nieuwe of oude ongebruikte buizen. Laat je niet verleiden door "gold pin", "red dot", "double getter" buizen en andere onzin termen. Deze termen zijn puur marketing en goed voor de omzet, maar voegt technisch niets toe. Per merk kan (vooral bij voorversterkerbuizen) de klank wel verschillen, maar dat is smaak gebonden. Ben je ervaren en wil je "draaien/knoeien" aan de klank, dan kan je overwegen om de bias instelling van de lijn versterker (voor de toonregeling) te wijzigen. Door het bias punt van het rooster richting de 0V te stelen, wordt de klank warmer. Door te ver richting de 0V te gaan, zal er op een zeker punt vervorming optreden. Door de roosterspanning verder negatief te maken, wordt de klank juist helderder/kouder. Respecteer de grenzen van de techniek, dus dit is alleen voor de specialist. Het is te overwegen om de weerstand van 2K2 variabel te maken om met de klank te "spelen".

ingang netspanning
In de behuizing zijn hoge (potentieel) gevaarlijke spanningen aanwezig. Vandaar dat randaarde een must is. Ik zou de voedingskabel verwijderen en er een euro chassisdeel voor terug plaatsen. Dan kan een universele euro kabel worden toegepast en kan het aardcontact met de behuizing worden verbonden.

uitgang netspanning
Er is een contactdoos aan de achterkant aanwezig dat geschakeld is met de hoofdschakelaar. Als er een ander apparaat met de versterker moet schakelen, kan deze er op worden aangesloten. Het is echter een gevaarlijke aansluiting. Een stekker kan met één pen in een gat worden gestoken zodat de andere pen tegen de behuizing komt, dan staat de metalen behuizing onder spanning. Dat is onwenselijk. Mijn advies is om deze aansluiting te verwijderen of minimaal los te solderen zodat er geen spanning meer op deze aansluiting staat.

audio aansluitingen
De audio aansluitingen zijn gedateerd en er zijn vrijwel geen connectoren meer voor te krijgen. Mijn advies is om (op de achterzijde) nieuwe connectoren te monteren zoals een XLR connector voor een microfoon, een 6,3mm jack connector voor een elektrische gitaar en/of een cinch/tulp connector voor de lijn ingang.

gloeistroom regeling
Een complexere modificatie is het inbouwen van een gloeistroom regeling. Maar dat is naar mijn idee de "investering" waard. Als een gloeidraad van een elektronenbuis koud is, is de weerstand van een elektronenbuis vrij laag. Als de gloeidraad onder spanning staat, is deze warm en is de weerstand hoger. De voedingsspanning van de gloeidraden is in het geval van deze versterker 6,3V. De voedingstransformator is zo sterk, dat de spanning niet daalt bij het belasten ervan. Het effect is dat de stroom door de gloeidraden veel te hoog is bij het inschakelen totdat de gloeidraad op temperatuur is en de gewenste weerstand (en dus stroom) heeft bereikt. Het is daarmee sterk aan te bevelen om een LM317T spanningsregelaar als stroomregelaar in te stellen zodat bij het inschakelen de spanning opregelt terwijl de maximale stroom niet wordt overschreven. Nog mooier is het om via een transistor schakeling de hoogspanning in te laten schakelen als de optimale gloeispanning is bereikt. Dan is er maar één schakelaar nodig om de versterker te bedienen en de buizen blijven in optimale conditie om dat deze niet overbelast worden door overspanning van de gloeispanning.

master volume
Er is geen volumeknop voor alle "kanalen". Het is te overwegen om een "master" volume knop te plaatsen. Als er een schakelaar van het frontpaneel vervallen is, kan er een potmeter worden gemonteerd voor het regelen van het totaal volume. Er is een klankregeling voor hoog en laag. Als er tussen de klankregeling en de buffer versterker triode een logaritmische potmeter wordt gemonteerd, is er een master volume knop. Het is te overwegen om de weerstand van 6M8 te vervangen door een potmeter die tussen het rooster en de massa is gemonteerd. Dan kan het regel contact met de toonregeling worden verbonden.

"bleed resistor"
De condensatoren die aanwezig zijn, laden op tot ongeveer 468V. Dat is een dodelijke spanning. Het nadeel is dat bij het los nemen van de netstekker, deze spanning lang aanwezig blijft. Als de gloeispanning van de buizen is, loopt daar geen stroom eer door en verder is er geen mogelijkheid waar de condensatoren de spanning kwijt kunnen. Bij het werken aan de versterker kan men verrast worden door de aanwezig hoogspanning. Het is met klem aan te raden om een "bleed resistor" ofwel een "weg lek weerstand" te monteren "over" de hoogspanning condensator of gelijkrichterbrug. Bij 468VDC en een stroom van ongeveer 3,9mA is een 120K weerstand van 2W voldoende. Bij gebruik zal er een Watt of twee in warmte worden omgezet en bij het wegvallen van de netspanning zullen alle condensatoren in de hoogspanning lijn via deze weerstand met 3,9mA leeg lopen zodat binnen afzienbare tijd de gevaarlijke spanning verdwenen is. Onthoud: de dood is permanent, het kan maar één keer verkeerd gaan. En dat risico weegt niet op tegen de kosten en tijd van deze minimale modificatie.

zekeringen
Op de goede plekken zijn zekeringen aangebracht van de juiste waarde. Helaas zitten deze "verstopt" aan de binnenkant van de behuizing. Prettiger is het als er drie zekering houders op het achter paneel worden aangebracht, dan kan bij doorbranden ter plekke een zekering worden gewisseld zonder het apparaat de demonteren. Mocht er budget over zijn en is betrouwbaarheid een must, is het te overwegen om drie extra zekeringhouders aan te brengen die niet aangesloten zijn. Als houder voor de reserve zekeringen.

gebruikershandleiding
De informatie uit de gebruikershandleiding staat hieronder weergegeven. De gegevens zijn aangepast en aangevuld naar huidige maatstaven en inzichten.

image


Belangrijk!
Lees alvorens de versterker aan te sluiten deze gebruiksaanwijzing. Let er op, dat de buizen niet zijn los getrild tijdens vervoer en dat de luidsprekers op de juiste wijze zijn aangesloten. Controleer voor het aansluiten op het lichtnet of de juiste netspanning is geselecteerd.

aansluiten luidspreker
Onderstaande tabel is een aangepaste versie van het originele plaatje met gegevens van de uitgangstransformator.

image


De eerste kolom geeft de impedantie weer zoals deze wordt aangeboden door de versterker voor de luispreker installatie. De tweede kolom geeft aan welke aansluiting symmetrisch is. Deze instellingen genieten de voorkeur om toe te passen. De derde kolom geeft aan op welke aansluitingen de luidspreker installatie dient te worden aangesloten. Kolom vier en vijf geven aan welke draadbruggen dienen te worden geplaatst. Deze moeten geplaatst worden, anders zal de uitgang transformator doorbranden. Bij lange draden dienen de draadbruggen van kolom vier te worden verbonden met de massa van de versterker. In de vijfde kolom staat een eventuele tweede draadbrug vermeld. Deze draadbrug dient geïsoleerd te zijn van de andere draadbrug.

Voorbeeld 1: Bij het toepassen van een 10 Ohm luidspreker dient de luidspreker op aansluitingen 4 en 5 te worden aangesloten. Aansluitingen 3 en 6 dienen met een draad te worden verbonden.

Voorbeeld 2: Bij het toepassen van een 100 Ohm luidspreker dient de luidspreker op aansluitingen 3 en 7 te worden aangesloten. Aansluitingen 3 en 4 dienen met een draad te worden verbonden en aansluitingen 7 en 8 dienen te worden verbonden met een draad.

Ter illustratie heb ik de tabel aangevuld met extra gegevens. Onder andere de luidspreker stroom bij maximaal vermogen. Het mag duidelijk zijn dat een stroom van 6,32 Ampère bij 1,25 Ohm er voor zorgt dat de transformator doorbrand bij veel vermogen. Vandaar dat er een tweede aanpassing transformator moet worden toegepast. Sluit dus geen 8 Ohm luidspreker aan op de 7,5 Ohm aansluiting, want dan loopt er een stroom van ongeveer 2,5 Ampère bij volle uitsturing en daar is de transformator niet op berekend! Een mogelijkheid is om het volume zeer laag te houden, maar dat is risicovol als het vermogen (per ongeluk) wordt verhoogd. De beste oplossing is om en extra (audio) transformator tussen de luidspreker en de aansluitingen op de versterker te plaatsen en aan de 300, 400 of 500 Ohm aansluiting aan te sluiten.

Voorbeeld: Er is een luidspreker van 4 Ohm die aangesloten moet worden. Als de 400 Ohm aansluiting op de versterker wordt gebruikt, loopt er een lage stroom van 350mA bij 141V. Deze aansluiting is symmetrisch, dus optimaal. Voor behoud van de uitgang transformator, is een lage stroom een must. De impedantie (actieve weerstand) verhouding tussen de 400 Ohm van de versterker en de 4 Ohm van de luidspreker is 100 maal (400/4=100). Bij gelijk blijvend vermogen, betekent dit dat de spanningsverhouding (is wikkelverhouding) de wortel van de impedantie verhouding is. Ofwel de wortel van 100 is 10. De wikkelverhouding van de te plaatsen transformator dient dus 1:10 te zijn en dient 141V bij 350mA te kunnen verwerken aan de kant van het hoogste aantal wikkelingen. Dus een transformator van 240V naar 24V is geschikt, mits het een audio transformator is. Sommige universele transformatoren werken ook goed, maar dit hangt van de wikkeling af en dient daarmee getest te worden of dit goed werkt.
Ter illustratie is de berekening hieronder uiteengezet. Uiteraard kunnen de getallen gewijzigd worden naar wens. Als er een luidspreker is en een transformator, zou je ook "terug" kunnen rekenen wat de impedantie is waarop aangesloten moet worden aan de versterker.

image

vervangen eind transformator (Bugera 333)
De eind transformator van de Geloso is ontworpen voor lijn gebruik. Ofwel voor een serie luidsprekers met een eigen transformator zodat de stroom beperkt is en de verliezen daarmee kleiner. Echter is die toepassing nu niet relevant. Logischer is het om een 4 of 8 Ohm luidspreker aan te kunnen sluiten. Dit kan via een extra transformator, maar eenvoudiger is het om de bestaande eind transformator te vervangen door een andere transformator. Dit is beter voor het rendement en het scheelt weer ruimte op of achter de versterker.
Ik had nog een eind transformator staan van een Bugera (Behringer) 333 gitaarversterker. De gitaarversterker had kuren en Bugera stelt geen schema ter beschikking (Grrrr %*%*^%&), dus heb ik de versterker in stukken "gehakt" voor onderdelen. Hier is de eind transformator van overgebleven. Deze trafo heeft vier 6L6 eind buizen, dus voldoende sterk om toe te kunnen passen. Echter was dat een push-pull opstelling met vier buizen in plaats van twee, dus de impedanties moeten herberekend worden. Omdat er dus geen schema is (Grrrr %*%*^%&), zijn er geen gegevens van deze transformator. Met een variac is er een spanning van 20,40VAC op de primaire kant gezet om de secundaire spanningen te kunnen meten. Nu is de spanning en daarmee de wikkelverhouding bekend. De spanningsverhouding in kwadraat is de impedantieverhouding. Door dit met de gewenste luidspreker impedantie vermenigvuldigen, is de impedantie aan de primaire (buizen) kant bekend. Hieronder staat een afbeelding van de metingen en de resultaten.

image


De blauw weergegeven waarden zijn de originele impedanties bij vier stuks 6L6 buizen. Deze buizen zijn goed vergelijkbaar met de EL34 eindbuizen. Doorgaans is de impedantie rond de 2K2 voor 6L6 buizen, dus dat klopt vrij goed. (Hier is een redelijk tolerantie mogelijk.) De meest logische keuze is om een acht Ohm luidspreker aan te sluiten op de draad van vier en acht Ohm (groen en wit). Dan is er bij belasting van acht Ohm door de luidspreker een primaire impedantie van 4K844 en dat is vrijwel 5K, dat gewenst is bij een opstelling van twee EL34's. Doordat het aantal buizen gehalveerd is (van vier naar twee), moet de impedantie verdubbeld worden omdat twee buizen parallel de impedantie halveren. Dus 5K als primaire impedantie zou ideaal zijn. Gelukkig is hier een redelijke marge, dus een luidspreker van 16 Ohm (of twee van acht Ohm in serie) op draad zwart en wit zorgt voor een impedantie van 4K555. Luidsprekers van twee en zes Ohm komen niet zo veel voor en dat is niet vervelend omdat de impedanties vrij ver van de 5K zijn. Met een vier Ohm luidsprekers is de primaire impedantie 7K347, dat ver van de 5K af is. Vandaar dat het mooier is om twee 4 Ohm luidsprekers in serie te zetten en deze op acht Ohm aan te sluiten. Conclusie, acht Ohm is de luidspreker impedantie dat gekozen wordt bij de Bugera 333 eind trafo.
Als er geen eind trafo op de "plank ligt" en er een moet worden aangeschaft is het natuurlijk logischer om een eind trafo te kiezen die meteen op 5K (anode - anode) impedantie. Dan zijn de secundaire aansluitingen één op één te gebruiken. Een trafo met meerdere aftakkingen zorgt ervoor dat je zelfs verschillende impedanties kan kiezen dat meer mogelijkheden biedt.

mijn Geloso project
Omdat een Geloso (G.1/1040-A) een goede basis is voor een mono versterker met veel vermogen, ben ik hier op zoek naar gegaan. Ik heb er een gevonden dat een goede basis vormt voor een ombouwproject. De aanbieder had nog een Geloso G.3227/220 staan die in de verkoop was. Dit is een variant van de G.1/1040-A, maar dan met 30W in plaats van 40/50W luidspreker vermogen. Het ontwerp is iets anders, maar op het oog gelijk. Voor een mooie prijs zijn beide versterkers verpakt en via de pakket dient bij mij terecht gekomen.

image


inspectie buitenkant
Alvorens apparatuur aan te sluiten heb ik het gebruik om een inspectie rondje te maken. (Ook nieuwe apparatuur wordt, tot verbazing van anderen, open geschroefd om te inspecteren hoe het gebouwd is...) Gezien de leeftijd en zichtbare modificaties had ik al wat verbouwingen verwacht en dat vermoeden bleek terecht.

Onder de kap ziet het er op het eerste oog redelijk goed uit. Dat de dubbele condensator is vervangen is geen wonder, deze drogen door ouderdom uit en gaan kapot. De buizen zijn ook al vervangen door JJ buizen. Dat is ook prettig, dat scheelt weer in de kosten voor modificatie.

image


Vermoedelijk is de versterker gebruikt als gitaarversterker gezien de aansluitingen. En gezien de resten van sigaretten as, heeft de versterker al wat meegemaakt. (Sigaretten as is beter dan bier in een versterker met hoogspanning...)

image


Omdat de microfoon aansluitingen van het model "onmogelijk" is, is het te verwachten dat deze aansluitingen vervangen zijn door een ander model. Zoals hieronder zichtbaar is, is een DIN en een 6,3mm jack plug gemonteerd. Deze aansluitingen gaan er uit omdat deze er in "geflanst" zijn. Ik speel nog met de gedachten om één versterker in originele staat terug te brengen door alle goede onderdelen over te hevelen naar de zeldzamere G.3227/220. Maar dat hangt er vanaf of deze nog te redden is. De andere G.1/1040-A gaat in ieder geval "op de schop".

image


image


Zieronder is zichtbaar dat het paneeltje met aansluitingen voor de luidspreker(s) kapot is. Gelukkig is deze gelijk aan het paneeltje van de andere versterker, dus dat onderdeel is in originele staat te brengen.

image


Normaalgesproken bewegen schakelaars in één richting, deze voeding schakelaar lijkt wel een 360 graden variant omdat deze in alle richtingen kan bewegen. Oftewel, ook de schakelaars worden nog uitgewisseld. De schakelaars van de om te bouwen versterker worden in ieder geval nog vervangen.

image


Het meest schokkende is wellicht de toegepaste hoofdzekering zekering. De zekering is vervangen door een stukje installatiedraad. Even ter beeldvorming. Een apparaat met ruim 400V hoogspanning, in een metalen behuizing, zonder randaarde, met een tweepolig snoer dat door een gat in een metalen plaat loopt, zonder zekering. Van de mogelijke gevolgen kan je interessante films maken denk ik... Dan lijkt het controleren van apparatuur ineens niet zo maf, nietwaar?!

image


inspectie binnenkant
Goed, snel over naar iets positiefs. Er is een geschakelde contactdoos ingebouwd om een eventuele platenspeler te kunnen schakelen met de versterker. Dit is een buitengewoon gevaarlijke aansluiting en gelukkig heeft iemand deze contacten al afgekoppeld. Goed bezig!

image


De condensatoren zijn reeds vervangen door nieuwe condensatoren. Deze zijn op de oorspronkelijke manier weer gemonteerd. Technisch werkt het, elegant is het niet. Het plan is om een bordje te maken met de condensatoren en weerstanden bij elkaar zodat deze componenten bij elkaar zitten en beter bevestigd zijn. Vanaf de voedingsprint hoeven er dan alleen maar draden naar de buizen te worden gelegd. Werk voor later...

image


image


over tot actie
Als eerst zijn de later aangebrachte audio aansluitignen verwijderd. Dan komt de versterker terug in de originele staat dat het nameten en testen eenvoudiger maakt.

image


De voedingskabel is een "tweelingsnoer" zonder aarddraad. Een metalen behuizing moet volgens de huidige normen voorzien zijn van een aarddraad als het op netspanning werkt. Het is dus een klasse drie (III) apparaat. De voedingskabel is afgeknipt en er is een chassisdeel voor een euro snoer gemonteerd. De behuizing wordt later nog van een nieuwe kleur voorzien, dus er wordt even niet gelet op cosmetische zaken aan de behuizing.

image


In beide versterkers zijn de zekering houders in de behuizing geplaatst. Dus als er een zekering kapot gaat, moet de versterker worden gedemonteerd. Dit vind ik niet handig en daarom heb ik drie zekening houders op de achterplaat gemonteerd voor de gloeispanning, gloei- en biasspanning en de hoogspanning. Als alle mechanische aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de behuizing gestript van alle componenten om van een nieuwe kleur te voorzien. Vandaar dat de bedrading nog niet wordt aangebracht. Temeer omdat de voeding een make-over krijgt en het één en ander nog zal verplaatsen.

image


image


Zo, in een avond is er een hoop informatie verzameld en aardig wat werk verricht. Nu is het tijd om de plannen te herzien alvorens verder te gaan. Tot het moment dat de plannen verder zijn uitgewerkt, ligt het werk even stil.

image

metingen
Om het ontwerp te kunnen herleiden is het nodig om de spanningen en stromen te weten. Aan de hand daarvan is het mogelijk om de belastinglijnen te kunnen tekenen. Aan de hand daarvan is het mogelijk om te kunnen beoordelen of het schema vernieuwd moet worden. Het liefst laat ik de terugkoppeling vervallen omdat dat eenvoudiger is, maar dat moet nog worden onderzocht. Afijn, de eerst stap is meten wat de spanningen zijn.
Via een scheidingstransformator is de versterker aangesloten en na opwarmen op hoogspanning gezet. Voor de zekerheid ben ik op een rubber mat gaan staan, want even niet goed opletten kan fataal zijn bij dergelijke hoge spanningen. De meting moet onder hoogspanning, dus goed opletten is een must bij deze operatie. Aanvankelijk was ik vergeten om de eind transformator "af te sluiten" met een weerstand waardoor de versterker van slag raakte. De eind buizen werden erg warm en de versterker is snel uit gezet. Na het ontladen van de condensatoren is er een grote 10 Ohm weerstand gemonteerd op de eind transformator om de juiste impedantie in de eindbuizen te krijgen.
De meting is hervat en de relevante spanningen zijn (in ruststand) genoteerd. Denk hierbij aan de anode spanningen en roosterspanning. Ofwel, de negatieve rustspanning op het rooster dat door de kathode weerstand of externe voeding wordt bereikt. Dit bepaald het werkpunt van de versterker. Volgens de spanningen lijkt het een B of AB versterker.

image