Deze website maakt gebruik van zogeheten cookies. Klik op [OK] om deze melding te verbergen. Klik hier om meer informatie te lezen over de gebruikte cookies.
P O L Y T E C H . N U
English

LV-80 RF eindversterker

inleiding
algemeen
Dit document gaat over de LV 80/GRC–9 eindversterker met bijbehorende ST 24/GRC–9 voeding. Dit is een vrije interpretatie van bestaande documenten gecombineerd met ervaringen en vertaald en omgezet naar de huidige tijd anno 2014. Bij het tot stand komen van dit document heeft Frits; PA0FRI een bijdrage geleverd met betrekking tot technische kennis bij het vergroten van het zendvermogen van de versterker en bijbehorende visie op het oorspronkelijke ontwerp. Eén van de documenten waaraan dit document ten grondslag ligt is de Duitse landleiding dat herkenbaar is aan codering: “TDv 5820 / 023-13“ daterend uit december 1962 waarin de werking, onderhoud en veiligheidsmaatregelen beschreven staan. Deze apparatuur is gebouwd door de Duitse fabrikant Hagenuk rond 1962. (De, mij bekende, handleiding is gedateerd op 19 december 1962.) Het kenmerkt zicht doordat het zeer degelijk gebouwd is en materialen en componenten zijn toegepast van top kwaliteit. In mijn geval werkt de LV 80, 52 jaar na fabricage zonder manco’s. Hooguit zijn er cosmetische onvolkomenheden te vinden aan het frontpaneel, maar het binnenwerk is puntgaaf. Noot: Op foto’s van de LV 80/GRC-9 in dit document kan een PL-connector als antenne aansluiting zichtbaar zijn, dit is een modificatie en niet de originele antenne connector. In beginsel is de versterker een “lineair“, dus er wordt een radiofrequent signaal van ongeveer 7Watt ingevoerd en versterkt. Het uitgangsvermogen kan verschillen. De buizen kunnen ruim 100 Watt leveren, maar in de praktijk zal er bij telegrafie ongeveer 75Watt uit komen. Het in en uitschakelen van de eindtrap (PTT) gebeurd door middel van een 6,3mm “jack plug“ op het frontpaneel. De eindtrap met voeding is ontworpen voor de GRC-9, maar kan ook als “universele“ eindtrap worden gebruikt van 2...12MHz ofwel voor de 30, 40 en 80 meterband. De versterker LV 80 en de voeding ST 24 zijn op een frame gemonteerd. Onderin het frame is de voeding geplaatst en bovenin de versterker. Beide modules worden met elkaar gekoppeld door middel van (korte) kabel VK-1. VK-2 is een lange variant van de koppel kabel zodat de voeding van de versterker geplaatst kan worden. De voeding wordt gevoed met 24VDC en levert +750, +250, +24, +6,5 en -60VDC als voedingsspanningen voor respectievelijk de anode spanning, schermrooster spanning, gloeispanning, relais spanning en stuurrooster spanning.

geschiedenis
De GRC9 van Telefunken is een zendontvanger dat gebouwd is in Duitsland voor het Duitse leger en ook door het Nederlandse leger gebruikt is tussen, om en nabij, 1962 tot 1982. Documentatie is gevonden met 1962 als jaar van publicatie en in 1982 zijn de GRC-9 zendontvangers te koop aangeboden in Nederlandse leger dump zaken. De tekst op het frontpaneel is in het Duits omdat de apparatuur gebouwd is door de Duitse fabrikant met de naam Telefunken. De GRC-9 heeft een beperkt zendvermogen en om meer vermogen te verkrijgen is de LV 80/GRC–9 met bijbehorende voeding ST 24/GRC–9 ingezet om het zendvermogen te verhogen. De knoppen op de GRC-9 zijn aangeduid met letters, deze letters worden voortgezet op het frontpaneel van de LV 80/GRC–9. Letters R tot en met Y zijn te zien op het frontpaneel van de LV 80/GRC–9.

modellen
De LV 80/GRC–9 is ook te vinden als de, later ontwikkelde, RA-1 zoals deze door het Belgische en Noorse leger is gebruikt. De RA1 heeft meer zendvermogen, maar is verder vrijwel gelijk aan de LV 80/GRC–9. De LV 80/GRC–9 bevat twee 6159 buizen (met 24V gloeispanning) waarbij de RA-1 twee 6146 buizen heeft toegepast (met 6,3V gloeispanning). Op de gloeispanning na, zijn de buizen identiek. Een ander verschil is dat de voeding van de RA-1 ook, na omschakelen, op 12VDC kan werken waarbij de ST 24/GRC–9 uitsluitend op 24VDC werkt. De RA-1 heeft als antenne aansluiting een “gewone“ schroef aansluiting waarbij de LV 80/GRC–9 een vergrote BNC connector als antenne aansluiting heeft. In de LV 80/GRC–9 is een klembordje waar het mogelijk is om te schakelen tussen een langdraad antenne of een 50 Ohm antenne. De RA-1 heeft deze voorziening niet en is daarmee ontworpen voor een langdraad antenne. Naar verluid is afstemmen op 50 Ohm geen probleem. De tekst op de RA-1 is in het Engels en de tekst op de LV 90/GRC-9 is in het Duits.

toepassing in huidige tijd
zendvermogen
De LV80/GRC–9 versterker met ST24/GRC–9 voeding is anno 2014 nog goed te gebruiken, ook zonder GRC-9. Bij het voeden van de eindtrap met 7 Watt (AM) zendvermogen is het radiofrequente signaal met gemak op 30 W zendvermogen te versterken. De buizen kunnen met gemak 100W leveren, maar omdat de buizen in een gesloten behuizing zijn geplaatst en bij leger toepassing de antenne afstraling niet altijd voldoende optimaal is, zullen de buizen snel(ler) slijten. Door beperken van het vermogen in het ontwerp blijft de versterker betrouwbaar en dat is in oorlogstijd belangrijker dan maximaal vermogen. Het ingestuurde signaal wordt grotendeels gedempt in weerstand W1 van 60 Ohm / 25W. Het kleine deel dat over blijft wordt in de versterker buizen gestuurd. Door deze weerstand te verkleinen wordt er meer vermogen ingestuurd en daarmee meer vermogen uitgestuurd. Maak de weerstand niet te klein om instabiliteit van de zenderbuizen te voorkomen. Mijn ervaring is dat als de versterker ingestuurd wordt tot “A1“(CW) in plaats van “A3“ (AM) er meer vermogen uit komt zonder dat er een modificatie nodig is. Er wordt dan op de meter een AM draaggolf tot 90% signaal ingestuurd in plaats van tot 50% van de volle schaal (als de meter op aanduiding “A3“ staat). Bij een AM signaal is er altijd een draaggolf van 25% van het totale vermogen, dus warmtelast. Wanneer de versterker
op CW vermogen wordt ingestuurd in plaat van AM vermogen, versterkt de versterker meer en is er meer warmte last. Echter is bij SSB gebruik er geen draaggolf, dus een reductie van warmte. Effectief gezien zal de warmtelast dus met 30W AM vermogen vrijwel gelijk zijn aan 75W SSB vermogen. De versterker is hier natuurlijk niet voor ontworpen, maar ongewenste effecten zijn niet waargenomen of voorspeld. Aangenomen wordt dat bij SSB gebruik dit geen nadelige effecten heeft, anders dan extra slijtage door belasting. Om de warmtelast te beperken wordt wel geadviseerd om uitsluitend spraak te gebruiken en geen digimode omdat de “duty-cycle“ aanzienlijk hoger ligt, met grote warmtelast als gevolg, en omdat digimodes vrij smal zijn is 75W waarschijnlijk onnodig veel zendvermogen.

banden
De beschikbare banden op de LV 80/GRC–9 zijn, voor zendamateurs, de 80, 40 en 30 meterband. Helaas valt de 20 meterband hier buiten, maar vermoedelijk is het mogelijk door het tank circuit aan te passen om toch probleemloos op 14MHz te werken.

geluidsproductie
Houd er rekening mee dat de ST 24/GRC–9 voeding op ongeveer 1,5 KHz werkt. Om van 24VDC de gewenste (hoog)spanningen voor de versterker te verkrijgen wordt er van 24VDC voedingsspanning een blokgolf gemaakt op 1,5 KHz. Technisch is dit een zeer goed en betrouwbaar ontwerp. Echter is de schakel frequentie duidelijk hoorbaar nabij de voeding. Dit is te omschrijven als een “scherp gezoem“ dat storend kan zijn. Een optie is om de langere voedingskabel toe te passen zodat de voeding verder weg, zoals onder de werktafel, geplaatst kan worden.

waarschuwingen
hoogspanning
Let er op dat de ST 24/GRC–9 voeding en LV 80/GRC–9 versterker op, dodelijke, hoge spanningen werken. Ook als de apparatuur uitgeschakeld is, is het mogelijk dat er nog gevaarlijke spanningen aanwezig zijn. Het is noodzakelijk dat de voedingskabel evenals de verbindingskabel losgekoppeld zijn alvorens het openen van de behuizing(en). Ontlaad alvorens werkzaamheden de condensatoren en meet de spanning op de condensatoren om er zeker van de zijn dat de apparatuur spanningsloos is. Het gevaar moet echter niet overdreven worden. Bij normaal gebruik is het gevaar verwaarloosbaar klein. Spanning voerende delen zijn afgeschermd. Pas als de apparatuur geopend wordt, is er een mogelijk gevaar. Vandaar dat de melding voornamelijk bedoeld is voor bij werkzaamheden aan de apparatuur.

(mogelijke) radioactiviteit belettering GRC-9
Voor zover bekend zijn de ST 24/GRC–9 evenals de LV 80/GRC–9 apparaten vrij van radioactieve materialen. Echter is het mogelijk dat de GRC-9 (evenals de RT-77 zendontvanger) wel voorzien is van radioactieve verf. De belettering was oorspronkelijk lichtgevend omdat de verf voorzien is van het radioactieve isotoop Radium 226. Na belichting gaf deze belettering licht af dat in het donker zichtbaar was. Door verval van het isotoop is de lichtgevende werking na tientallen jaren vaak teniet gedaan, maar het gevaar van straling blijft. De betreffende verf is te herkennen, naast het licht geven, dat het lichtgeel is van kleur is. Latere uitvoeringen van de GRC-9 zijn voorzien van witte, niet radioactieve, verf. Het risico van straling is met 10 micro-Curie per GRC-9 verwaarloosbaar klein omdat de verf met lak afgedekt is en de straling minimaal tot niet door de lak heen komt. Echter als de lak beschadigd of verdwenen is, kan er een factor 100 meer aan straling vrij komen dan wettelijk is toegestaan. Het gevaar schuilt in inname zoals inademen of inslikken. Wanneer er met gebruik rekening gehouden wordt en normale hygiëne wordt gehanteerd, is wederom het risico verantwoord. Eten en drinken bij gebruik van de GRC-9 is zeer onverstandig en mechanische bewerkingen (boren, veilen, schuren en dergelijke) aan de verf is ook zeer onverstandig. Na een zekere productiedatum is overgestapt op “gewone“ witte verf. In dit geval is er geen sprake van een radioactief isotoop en is deze waarschuwing niet van toepassing. Houdt er echter rekening mee dat de oorspronkelijke waarschuwingslabels mogelijk verwijderd zijn van het frontpaneel, dus een GRC-9 zonder waarschuwing label kan mogelijk toch lichtgevende verf bevatten.

Artikel uit Reformatorisch Dagblad
Zendapparaat moet op radioactiviteit onderzocht worden
DEN HAAG — Het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne heeft alle keuringsdiensten van waren in Nederland verzocht na te gaan of zich in hun gebied zend-/ontvangapparatuur bevindt, waar van de radioactiviteit meer bedraagt dan de volgens het radioactievestoffenbesluit wettelijk toegestane hoeveelheid van 0,1 microcurie. Het gaat met name om apparaten van het merk Telefunken met het serienummer AN/GFC-9/6Y en met het serienummer RT 77/GRC-9-GV. Gecontroleerd moet worden of de apparaten voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Is dat niet het geval dan moeten de apparaten in beslag worden genomen. Het rijksinstituut voor de volksgezondheid in Bilthoven onderzoekt op dit ogenblik zo’n zend-/ ontvangapparaat, waarvan de lichtgevende letters en cijfers op de voorplaat van het apparaat in totaal 10 microcurie van de radioactieve stof radium 226 bevatten. Besmetting met deze stof door” inademing of aanraking kan kanker veroorzaken. De letters en cijfers zijn afgelakt maar beschadigingen of verwijdering van de lak kan betekenen dat teveel van deze stof vrijkomt. Het ministerie kwam op het spoor van deze zendapparaten door een zendamateur uit Hoofddorp die in het blad Electron een artikel las van de hand van een medewerker van het Energie Centrum Nederland (ECN) in Petten over de gevaren van deze zend/ontvangapparatuur. Hij zond zijn apparaat naar de keuringsdienst van waren in Haarlem, die het ministerie inlichtte.

Bevestigd
Het artikel in Electron kwam tot stand op initiatief van stralingstechnicus D. Beuker van het Energie Centrum Nederland (ECN) in Petten. Beuker zelf is zendamateur en een kennis van de zendamateur uit Hoofddorp. Hij heeft het betreffende zendapparaat van zijn collega-zendamateur gemeten en bevestigt desgevraagd dat het inderdaad 10 microcurie bleek te zijn van de radioactieve stof radium 226. Beuker schat, in zijn hoedanigheid van zendamateur en niet als werknemer van het Energie Centrum, dat er zich zo’n tweeduizend van dit soort apparaten op de markt bevinden. Volgens zijn informatie zijn de apparaten ongeveer een jaar geleden door het leger gedumpt en worden ze te koop aangeboden in dumpwinkels.

Naar buitenland
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Defensie is deze apparatuur niet in gebruik bij het leger. Niet duidelijk is of dat in het verleden wel het geval is geweest. Maar de apparatuur waar nu sprake van is kan onmogelijk van het Nederlandse leger afkomstig zijn, omdat de voorplaten met lichtgevende cijfers en letters toentertijd vervangen zijn door ander materiaal. “Bovendien wordt verouderde zend- en ontvangstapparatuur niet verkocht aan handelaren in Nederland, maar wordt naar het buitenland verkocht,“ aldus de Defensiewoordvoerder.

LV-80 versterker en voeding samenstelling
image

image

image


LV-80 versterker
image

image

image

image

image

image

image

image

LV-80 voeding
image

image

image

image

image

image