Deze website maakt gebruik van zogeheten cookies. Klik op [OK] om deze melding te verbergen. Klik hier om meer informatie te lezen over de gebruikte cookies.
P O L Y T E C H . N U
English

Rohill R-2050 UHF repeater

inleiding
Via via ben ik in het bezit gekomen van twee Rohill R-2050 zendontvangers. Deze apparaten zijn gebruikt als basispost "node" voor het A.S.T.R.I.D. Tetra netwerk in België. (Vergelijkbaar met het Nederlandse C2000.)

De apparaten passen in een 19" rek en zijn drie eenheden hoog is (3HE).

inspectie
Uit test blijkt dat de R-2050 werkt op 12VDC en bij ontvangst is de stroom ongeveer 0,5A. De zendfrequentie is origineel 422,100Mhz en de ontvangstfrequentie is 421,100MHz. Dit ligt vlak bij de 430...440MHz band dus ombouwen naar de amateurband is het proberen waard. Het apparaat oogt als ideale repeater. Er is een N connector aanwezig voor de zender uitgang en een BNC connector voor de ontvanger ingang. Er is geen duplexer ingebouwd. Maar omdat het apparaat ruim opgezet is, is een Celwave duplexer toevoegen in de kast geen enkel probleem. De interne aansluitingen zijn met BNC uitgevoerd, dus aansluiten is eenvoudig.

Alles is ruim opgezet en duidelijk gemarkeerd. De afwerking is erg netjes!

Op het voorpaneel is het logo te vinden van Rohill en een vierkante groene indicatielamp. Het oogt als een aan/uit knop, maar het is alleen een visuele indicator dat het apparaat ingeschakeld is.

Midden in de behuizing is een basis plaat geplaatst waar de elektronica op is geplaatst. Aan de onderkant van de basis plaat is een grote print te zien dat oogt als de besturing. Er zijn diverse jumpers te zien met potmeters . Elk gebied op de print is wit omlijnd met een afkorting van de toepassing. Zo is bijvoorbeeld de audio versterker duidelijk te vinden op de print. Gezien de teksten (b)lijkt de R-2050 als voorbereid te zijn voor simplex en duplex gebruik.
Aan de andere kant (bovenkant) van de basis plaat zijn twee "ingeblikte" modules te vinden. Dit zijn duidelijk de zender en ontvanger module. In de zender module is een 12MHz kristal oscillator te vinden. Zowel in de zender als in de ontvanger module is een chip te vinden, de M27C64A. Gezien de markering wordt de zend- en ontvangstfrequentie in deze chip bepaald. Het is nu uitvinden of het mogelijk is om deze frequenties te wijzigen. Er is een audio in aanwezig, een audio uit, een separate zender en ontvanger en een eindtrap. Dit is de ideale basis voor een 70cm repeater. Hopelijk zijn de schema's en service gegevens te vinden zodat de R-2050's nog ingezet kunnen worden als 70cm amateurrepeater.

image

image

image

geen ondersteuning van Rohill
Er is in januari 2016 contact gezocht met Rohill met het verzoek naar informatie van dit apparaat. Helaas is hier tot op heden geen reactie op ontvangen en het lijkt erop dat vanuit de fabrikant geen ondersteuning of informatie meer te verwachten is. Hierbij het vriendelijke verzoek om informatie over de R-2050 met mij te delen. Hopelijk kunt u mij verder helpen...

ervaringen met EPROM en frequentiekeuze
Sinds medio maart 2016 ben ik met EPSOM’s aan het experimenteren gegaan. Tot 2015 had ik nog niet met analoge en digitale ic’s gewerkt. In 2015 zijn de mogelijkheden verkend en diverse schakelingen zijn tot volle tevredenheid gebouwd. Vooral de 4xxx en 74xx chips zijn goed bevallen. De 4040 deler chip is erg nuttig gebleken om van een 32,768MHz oscillator signaal een 1kHz klokpuls te maken. De 1kHz puls is vervolgens gebruikt voor een ms teller op basis van de 4026 chip. In de “junkbox” zijn in de loop der jaren ook EPROM’s terecht gekomen. Dat ik er nooit aan begonnen ben blijkt puur koud watervrees te zijn want de werking is eenvoudig. Wanneer een EPROM is voorzien van voedingsspanning kan met een hoog/laag signaal op de “adres” ingangen een gewenste geheugenpositie worden geselecteerd. Bij het selecteren van het adres komt op de uitgangen een hoog/laag signaal te staan dat correspondeert met een betreffende geheugenpositie. Een 27C256 chip uit “een of ander apparaat” is bij wijze van experiment op het “breadboard beland”. Op de acht uitgangen zijn (via 1K weerstanden) acht leds aangesloten om de geheugen waarde te kunnen zien. Twee 4040 delers zijn aan elkaar gekoppel die vervolgens het gewenste adres selecteren van de EPROM. Er is een 10Hz puls in de eerste 4040 chip ingevoerd zodat bij elke puls het eerstvolgende geheugen adres wordt geselecteerd. Het resultaat is dat de acht leds aan en uit gaan, corresponderend aan de geselecteerde geheugenpositie.
Voorgaande test is eigenlijk niet erg spannend, maar het geeft wel zicht op mogelijkheden. Wanneer aan de ingangen van een EPROM bijvoorbeeld (binaire) duimwiel schakelaars worden gemonteerd, kan bij elke gewenste getal een gewenste uitgang worden gegenereerd. Het 8-bit geheugen uitgang kan bijvoorbeeld een frequentie deler sturen van een VCO. Al “filosoferend” hierover is het aannemelijk dat de EPROM de naastgelegen PLL synthesizer chip stuurt. Aannemelijk is het dat er een vast adres in de EEPROM is geplaatst en de ingang en uitgang niet veranderen tijdens bedrijf. Het plan is om te meten aan de in en uitgangen en te ontdekken of hier een verband tussen te ontdekken is. Een stap verder is dan om uit te vinden welke uitgang pennen aan de PLL synthesizer verbonden zijn. Door het verwijderen van de EPROM kunnen met DIP switches de acht uitgangen handmatig worden gemanipuleerd. Verwacht wordt dat de opgewekte frequentie dan ook verandert. Hopelijk is het bereik van de synthesizer zo groot dat de 70cm amateurband helemaal te gebruiken is. Dan zou het een kwestie zijn van programmeren van een andere EPROM om de gewenste functionaliteit te bereiken. Misschien is een “dummy chip” van schakelaars al voldoende om één vast geheugen adres te simuleren en zo op één vaste frequentie gewerkt kan worden.
Het mag duidelijk zijn dat het nu tijd is om te meten en te testen of alle aannames kloppen. Aan de M27C64A zal nu eerst gemeten worden welk adres geselecteerd is en welke bijbehorende uitgang signalen hier bij horen…

“reverse engineering” van frequentie keuze circuit
Rondom de EPROM zijn een aantal chips geplaatst in dezelfde ruimte. Aannemelijk is het dat deze samenwerken en daarmee bijdragen aan de frequentiekeuze. Het groepje chips is als volgt:
- M27C64A-15FI = EPROM geheugen;
- MC145146P2 = PLL chip;
- MC14504BCP = level converter;
- B571C = prescaler (tot 500MHz)
- 74HC393AP = divider
- TC5036AP = high frequency divider

image


De werking van de chips is eenvoudig te achterhalen door op de chip codering te zoeken op het internet en de bijbehorende databladen te vinden. Het is logisch dat de PLL chip het meest bijdraagt aan de gewenste frequenties. Het vermoeden dat de EPROM bijdraagt aan het instellen van de PLL (en dus ook de gewenste frequentie) wordt versterkt.

Om de eerdere aanname te verifiëren dat de EPROM op een statisch adres staat en de PLL deler instelt, zijn er metingen uitgevoerd. Deze aanname blijkt niet te kloppen…

Door met een (oscillo)scoop te “kijken” naar de signalen, is een hoop duidelijk geworden. Van alle adres keuze pennen worden er maar drie actief gebruikt. De overige pennen zijn met de massa verbonden. De drie adres pinnen die in gebruik zijn, zijn A0, A1 en A2 (pennen 10, 9 en 8). Op A0 is een blokgolf van 375kHz te meten, op A1 is een blokgolf van 187,5kHz en op A2 een blokgolf van 93,75kHz. Het komt er dus op neer dat met een klokpuls, acht opvolgende adressen worden geselecteerd met bijbehorende uitgang signalen. Op uitgangen Q0, Q1, Q2 en Q3 (pennen 11, 12, 13 en 15) zijn signalen gemeten en de overige uitgang pennen zijn “laag”. De EPROM van de ontvanger is op een breadboard geplaatst en de acht combinaties aan adres ingangen zijn gerealiseerd en de bijbehorende uitgang signalen zijn genoteerd. Op onderstaande weergave zijn de vier uitgang signalen te zien van één cyclus. De scoop is “getriggerd” op het kloksignaal van de laagste snelheid, zodat bij één hoog/laag puls van de timing, alle acht variaties zichtbaar zijn geworden. Deze uitgang pulsen bepalen waarschijnlijk de gewenste ontvangstfrequentie.

image


De EPROM voor de zender is ook “gemeten” en de timing van de pulsen is bepaald. Het ontwerp van de schakeling lijkt qua ontwerp erg op de ontvanger schakeling, dus de aanname is gedaan dat de EPROM functie gelijk is aan die van de ontvanger. Hieronder staat de timing te zien van de signalen die van de EPROM relevant zijn. Onderaan staan de drie adres ingangen met timing (000 tot en met 111). Daarboven staan de uitgang pulsen voor de zender en de ontvanger per uitgang pen. De signalen zijn verschillend en dat is aannemelijk omdat de zend- en ontvangstfrequentieverschillen.

image

Helaas is er geen documentatie van de Rohill R-2050 gevonden, dus is het “reverse engineering” hoe de schakeling is opgebouwd en werkt. Een gegeven is dat er een 12MHz oscillator signaal aanwezig is. Dit signaal is op de ingang TC5036AP hoge snelheid deler te vinden. Op de uitgangen is onder andere een 750kHz signaal te vinden. Dit is het resultaat van de deler door 16. Deze 750kHz blokgolf is te vinden aan de ingang van de 74HC393AP deler. Uit deze deler komt onder andere 375,00kHz, 187,5kHz en 93,75kHz. Dit is steeds de helft. Deze drie frequenties zijn terug te vinden aan de ingang van de EPROM. Dus de adres selectie van de EPROM loopt op de oscillator “klok” mee. De uitgang signalen van de EPROM zijn vervolgens terug te vinden aan de ingang van de PLL chip! Dus het geheugen van de EPROM stuurt daadwerkelijk de PLL chip delers die de frequentie bepalen. Nu is het uitvinden welke signalen uit de EPROM voor de bijbehorende gewenste frequentie zorgen.
Als het data blad van de MC145146P2 PLL chip wordt bekeken, is hier veel nuttige informatie uit te halen. De vier data lijnen uit de EPROM (Q0, Q1, Q2 en Q3) sturen de vier ingangen van de PLL chip delers (D0, D1, D2 en D3). Omdat er geen schema is, is het “gokken” hoe de schakeling in elkaar zit. Door de signalen te vergelijken en er logica op los te laten is, is de schakeling redelijk goed te herleiden. De hieronder afgebeelde schakeling is een abstracte weergave van hoe ik denk dat de schakeling werkt. De “level converter”chip is buiten beschouding gelaten omdat deze niet bijdraagt aan de logische schakeling en dus minder relevant om in te tekenen. Het is aannemelijk dat de prescaler het UHF signaal inzet naar een lagere frequentie om de PLL te sturen. Omdat mijn kennis van PLL’s nihil is, hoop ik door de deler instellingen te herleiden uit te kunnen vinden welke frequentie bij welke EPROM bits hoort. Omdat er twee EPROM’s zijn met verschillende instellingen en bijbehorende freqenties, is er de hoop dat dit leidt tot een goed antwoord zonder de PLL schakeling te analyseren.

image


Met vier bits zijn 16 variaties mogelijk. Omdat er acht delers geselecteerd kunnen worden in de PLL chip, zijn er ook drie pennen nodig de “latches” ten behoeve van het selecteren van de juiste deler. Het blijkt uit meting dat de drie signalen voor latch selectie, overeen komen met de drie klokpulsen van de EPROM. De vier data lijnen uit de EPROM bepalen vervolgens de deler waarde. Met andere woorden; voor elk adres dat in de EPROM geselecteerd wordt, wordt ook een bijbehorende deler geselecteerd in de PLL. Het bijbehorende vier bit signaal uit de EPROM komt, bepaalt het getal dat de deler in gaat. Hiermee lijkt de sleutel tot een oplossing gevonden. De deeltallen moeten hiermee te herleiden zijn. Als de deeltallen te koppelen zijn aan de bijbehorende frequenties, is het aannemelijk dat ook de deeltallen (en daarmee EPROM programma) voor andere gewenste frequenties te bepalen is. Hieronder staat het blokschema van de MC145146P2 PLL chip. De volgende stap is het bepalen van de deler instellingen voor de bestaande twee (RX/TX) frequenties. De resultaten zijn tot nu toe hoopgevend!

image


Áls de overige adres ingangen van de EPROM echt niet gebruikt worden, is het mogelijk om deze te koppelen aan een binaire schakelaar. Door vier adres ingangen te gebruiken, kunnen 16 verschillende adressen worden geselecteerd. Elk van de 16 "kanalen" heeft dus acht bijbehorende geheugenposities voor bepalen van de bijbehorende PLL waarden en daarmee de bijbehorende gewenste zend- en ontvangstfrequentie.

Via Google ben ik uit gekomen op de website van VK7HH. VK7HH heeft, zo lijkt het, dezelfde schakeling. In zijn geval zijn de deeltallen gewijzigd omdat de 12MHz oscillator vervangen is door een nauwkeuriger externe (GPSDO) van 10MHz. Door het wijzigen van de deeltallen wordt de verlaging van oscillator frequentie gecompenseerd. Ik heb contact gehad met VK7HH en hij heeft mij goede informatie kunnen geven over de zender en de ontvanger. Het blijkt dat deze modules bekend zijn als KL450 zender en ontvanger modules. Aannemelijk is dat Rohill deze kant en klare modules heeft toegepast en alleen het centrale bord zelf heeft ontwikkeld.

bepalen van deeltallen voor frequentiebepaling
20160323 - Het instellen van de frequentie gebeurt door het instellen van de bijbehorende deeltallen in de EPROM. De berekening is voor de zender gelijk aan de ontvanger op één detail na. De ontvanger heeft een middenfrequent frequentie van 21,6MHzm dus deze frequentie moet van de gewenste ontvangstfrequentie af worden gehaald om de VCO frequentie te kunnen bepalen. De berekeningen hieronder zullen dit waarschijnlijk beter duidelijk maken.

TX
Voor het gemak wordt gestart met het bepalen van de zender deeltallen. Een vaste waarde, in dit ontwerp, is de klokfrequentie van 750kHz van de referentie oscillator. Feitelijk is de frequentie van de oscillator 12MHz, maar omdat dit door 16 gedeeld is, blijft er een referentie frequentie van 750kHz over. Wanneer deze referentie frequentie gedeeld wordt door de gewenste kanaalstap, blijft deetal “R” over. Hieronder staat het reken voorbeeld voor het bepalen van deeltal “R” bij een gewenste zend frequentie van 422,1MHz en een kanaalstap van 12.5kHz.

R = 750.000Hz (referentie frequentie) / 12.000Hz (kanaalstap) = 60
R = 60

De volgende stap is het bepalen van de deeltallen “A” en “N”. Een vaste waarde in dit ontwerp is een prescaler deeltal van 64. Dit getal kan per PLL schakeling anders zijn, maar bij dit ontwerp is gekozen voor een deeltal van 64. Wanneer de gewenste zend frequentie gedeeld wordt door de gekozen kanaal stap, blijft er een getal over. Dit getal dient gedeeld te worden door het prescaler deeltal (64). Hieronder staat het bijbehorende rekenvoorbeeld.

422.100.000Hz (gewenste zendfrequentie) / 12.500Hz (kanaalstap = 33.768
33.768 / 64 (prescaler deeltal) = 527,625

Het resultaat van de berekening wordt gesplitst. Het deel voor de komma (hele getallen) is het deeltal “N”. Het deel achter de komma is deeltal “A”, mits vermenigvuldigd met het prescaler deltal (64). Wederom staat hieronder een rekenvoorbeeld.

N = integer van 527,625 = 527
N = 527

527,625 – 527 = 0,625
A = 0,625 * 64 (prescaler deeltal) = 40
A = 40

Voor de zekerheid nog een beknopt rekenvoorbeeld voor de 70cm amateurband; 435MHz met 25kHz kanaalstap:

R = 750.000Hz / 25.000Hz = 30
435.000.000 / 25.000 = 17.400
17.400 / 64 = 271,875
N = 271
A = 0,875 * 64 = 56

RX
Het bepalen van de deeltallen voor de ontvanger is gelijk aan het bepalen van de end frequentie mits de gewenste ontvang frequentie wordt gecorrigeerd met de middenfrequent frequentie van 21,6MHz. Van de gewenste ontvang frequentie moet de middenfrequent frequentie worden afgehaald zodat de frequentie ontstaat waarmee gerekend moet worden. Hieronder staat een beknop rekenvoorbeeld voor een ontvang frequentie van 435MHz met een kanaalstap van 12,5kHz en een middenfrequent frequentie van 21,6MHz. De middenfrequentie frequent frequentie is in dit ontwerp een vaste waarde. De frequentie kan in andere ontwerpen verschillen, maar voor deze ontvanger is dat voor alle gewenste ontvang frequenties gelijk.

R = 750.000Hz / 25.000Hz = 30
435.000.000 – 21.600.000 = 413.400.000
413.400.000 / 12.500 = 33.072
33.072 / 64 = 516,75
N = 516
A = 0,75 * 64 = 48

Het is de bedoeling dat voor elke gewenste frequentie de deeltallen worden bepaald. Deze deeltallen kunnen omgezet worden naar binaire waarden en in de EPROM worden geprogrammeerd. Het maken van een EPROM programma zal nog volgen…

externe stabiele oscillator (van GPSDO tijdstandaard)
De zender en ontvanger zijn twee fysiek gescheiden modules. Het enige dat gedeeld wordt is de aanvoer van voedingspanning en de zender ontvangt het 750kHz referentie oscillator signaal van de oscillator in de ontvanger module. In de ontvanger module is een 12MHz oscillator geplaatst. Deze oscillator is met een schroevendraaier op de gewenste frequentie te stellen. Kristallen verouderen, waardoor deze oscillator periodiek bijgesteld moet worden om de gewenste frequentie te behouden. Kristallen zijn ook gevoelig voor temperatuurverandering. Verloop van de oscillator frequentie resulteert in verloop van de zend- en ontvangstfrequentie. Dit verloop is ongewenst. Omdat FM signalen redelijk “breed” zijn, is de oscillator stabiliteit minder van belang dan bij “smalle” enkelzijband signalen.

Temperatuur en veroudering van het kristal zorgen voor afwijkingen van de gewenste exacte frequentie. Wanneer de repeater in een omgeving staat met wisselende temperaturen en periodiek bijstellen van de oscillator frequentie niet gewenst is, is er een mogelijke oplossing voor dit “probleem”. In plaats van de interne (12MHz) oscillator kan er ook een stabieler extern kloksignaal worden gebruikt. Door een BNC connector aan de achterkant van de repeater te plaatsen, kan een stabieler referentie signaal worden ingevoerd. Dit signaal moet ingevoerd worden op de ingang van de deler chip en de bestaande verbinding tussen de oscillator en deler moet worden verbroken. In de praktijk komt het er op neer dat één pen van de deler chip omgebogen moet worden zodat deze niet in het voetje verbonden is. De verbinding met de bestaande 12MHz oscillator is hiermee ook verbroken. De verbogen pen kan nu gebruikt worden voor invoer van het stabiele kloksignaal. In de praktijk zal het nauwkeurige kloksignaal 10MHz, 5MHz of 1MHz zijn. Dit zijn gebruikelijke referentie frequenties uit een tijdstandaard. Een geschikt stabiel kloksignaal komt uit een (kostbare) Rubidium oscillator of een beter betaalbare GPSDO. Een GPSDO is een lokale oscillator, dat zorgt voor goede korte termijn stabiliteit en op lange termijn stabiel is door correctie van het atoomklok signaal van een GPS satelliet. Het resultaat is een zeer stabiele repeater dat, qua frequentie instelling, geen onderhoud meer nodig heeft. Wel moet het “R” deeltal in de EPROM worden gecorrigeerd als het externe referentie signaal geen 12MHz is. Hieronder staan enkele voorbeelden van deeltallen “R” gekoppeld aan een gewenste kanaalstap.

12MHz (oscillator) / 16 (vast deeltal) = 750kHz (referentie frequentie)
750kHz (referntie frequentie) / 12,5kHz (kanaalstap) = 60 (deeltal R)

12MHz @ 12,5kHz = 60 (origineel)
10MHz @ 12,5kHz = 50
5MHz @ 12,5kHz = 25
1MHz @ 12,5kHz = 5

image